Inkomens uit schapen dalen flink door blauwtong
De uitbraak van blauwtong sinds september drukt de resultaten in de schapenhouderij flink. Deze uitbraak treft ruim 5.600 bedrijven en heeft zal naar verwachting leiden tot de dood van 50.000 schapen. Hierdoor daalt het saldo per ooi met € 16 naar € 74 in 2023.
Het inkomen binnen de schapenhouderij daalt in 2023 fors. Dat blijkt uit een raming die onderzoekers van Wageningen Economic Research voor alle sectoren elk jaar in december publiceren.
Uit deze saldoberaming blijkt onder meer dat de voerkosten daalden, ondanks de gestegen voerprijs als gevolg van afname van het aantal dieren door sterfte. De lagere omzet vanwege blauwtong en hogere diergezondheidskosten zorgen voor een afname van het saldo van € 16 naar € 74 per ooi. Dat is € 19 onder het vijfjaarlijks gemiddelde. Het negatieve effect wordt deels gecompenseerd door de relatief goede schapenprijzen van € 140 tot € 150 per stuk in 2023, zo’n € 50 hoger dan vijf jaar geleden. De buitenlandse vraag naar lamsvlees houdt de exportprijs op peil in 2023.
Lager saldo door hoge diergezondheidskosten
Ondanks de hoge prijzen voor lamsvlees, zorgen vooral de stijgende diergezondheidskosten voor een daling van het saldo. Deze stijging is volledig toe te schrijven aan de gevolgen van blauwtong. Schapenhouders hebben veel kosten gemaakt voor medicijnen om ontstekingen te remmen en pijn de verzachten. Gemiddeld zijn daardoor de diergezondheidskosten met 4 euro per ooi toegenomen.
De voerkosten blijven hoog, ondanks dat een dalende trend is waar te nemen in het volume aan krachtvoer. Deze is gemiddeld met 15 procent gedaald door de afname van het aantal schapen. Ook de kosten voor ruwvoer kennen een stijgende lijn. Vooral hooi is in prijs toegenomen, terwijl de prijs voor kuilvoer stabiel is gebleven.