Schapen zorgen voor goed gevulde snackbar voor weidevogels
Het aantal weidevogels staat al jaren onder druk. Vijf jaar geleden is schapenhouder Gerrit van den Berg gestart met zeer extensief beheer. De achterliggende gedachte was: waarom waren er vroeger veel meer weidevogels dan nu? Schapen kunnen daar een mooie bijdrage aanleveren, is zijn ervaring.
Midden in een perceel in de Arkemheense polder vertelt schapenhouder Gerrit van den Berg uit Ermelo enthousiast over zijn schapen in dit prachtig gebied. De polder waarin hij staat, is één van de oudste polders van Nederland. Sinds 2004 maakt dit gebied deel uit van het Nationaal Landschap Arkemheen-Eemland en is het een beschermd Natura 2000-gebied. Van oorsprong komen hier veel weidevogels voor, zoals de grutto, kievit en veldleeuwerik. Door de jaren heen zijn veel weidevogels verdwenen door het intensieve beheer. Al jaren probeert een particuliere weidevogelgroep zoveel mogelijk weidevogels in het land te behouden en aan te trekken. “Het gaat natuurlijk al lang slecht met de weidevogels, vooral met het aantal grutto’s, onze nationale vogel, gaat het erg slecht,” merkt Gerrit op.
Ze doen er samen alles aan om het tij te keren. Met boeren zijn afspraken gemaakt voor het treffen van maatregelen op het gebied van mozaïekbeheer, kruidenrijk grasland, plas-dras en het uitrijden van vaste mest. Allemaal maatregelen die bijdragen aan goede foerageerplaatsen voor vogels.
Extensief beheer
Gerrit van den Berg beheert een kudde van 400 ooien op zijn bedrijf, waarbij hij een deel van zijn schapen inzet voor natuurbegrazing. De afgelopen vijf jaar heeft hij zich toegelegd op zeer extensieve beweiding, waarbij hij één Grootvee-eenheid (GVE) per hectare nagestreeft. Gerrit legt uit dat door het begrazen van de percelen door de schapen veel diversiteit aan graslengtes ontstaat. Dit biedt een gunstige omgeving voor jonge weidevogels, zoals pullen, die in deze percelen zowel voedsel kunnen vinden als schuilmogelijkheden hebben tegen roofvogels. Predatie blijkt echter een groot probleem te zijn, zo vertelt Gerrit: “Je wilt niet weten hoeveel kuikens en pullen door roofvogels, reigers en ooievaars worden opgegeten.”
Snackbar voor pullen
Met enthousiasme benadrukt Gerrit de meerwaarde van de mest van zijn schapen, die hij soms gekscherend ‘de snackbar voor pullen’ noemt. De mest van zijn schapen trekt talrijke insecten, vliegen en torretjes aan, die een smakelijke maaltijd vormen voor de jonge vogels. Hij voegt eraan toe dat de mest van runderen ook veel nuttige insecten aantrekt. Om deze reden heeft hij sinds kort naast zijn schapen ook een koppel zoogkoeien in zijn percelen laten grazen. Gerrit benadrukt dat mest leidt tot een levendig proces op een akker, wat op zijn beurt weer voedsel oplevert voor de pullen. Hij wijst erop dat in het verleden, tot zo’n vijf jaar terug, het gras niet voor 15 juni mocht worden gemaaid. Dit resulteerde in een dik pak gras, waar jonge pullen zich moeilijk doorheen konden bewegen en er veel minder voedsel beschikbaar was.
Schaap: het ultieme kringloopdier
Naast dat het schaap een fantastisch imago heeft, kan dit dier ook een belangrijke rol spelen in het totale weidevogelbeheer. ‘’Ik vind het prachtig om te zien wat er op de akkers gebeurt. Ga rustig een zondagmiddag naar het perceel om de grutto en schapen te observeren. Je ziet dan het samenspel tussen de vogels en de schapen. Prachtig!’’, merkt hij op. De passie voor de natuur en de weidevogels heeft hij altijd al gehad. Als kleine jongen ging hij maar al te graag kievitseieren zoeken.
Enthousiaste schapenhouder vertelt meer
Meer weten over het weidevogelbeheer? Gerrit van den Berg laat zien hoe hij dat doet in de praktijk.